Nadat dain door een bubbel portaal was gestapt in een rijk dat Mulandir heette kwam hij terecht in een bos.
Hij keek rond en zag een bos, duister, hij dacht mooi, eindelijk duisternis. Want Mulandir werd door goedheid en licht overgenomen. Dain was een wezen dat niet echt goed tegen licht kan.
Hij liep met zijn handen tegen de schedes van zijn zwaarden.
Rustig liep hij verder en verder tot de grenspost.
Daar zag hij een wezen. Hij keek ernaar.